Herman heeft de trein (missen)gemist,Daardoor heeft hij 10 minuten(moeten,wachten)moet gewacht,Hij had een kop koffie(willen,drinken)wilt gedronken,het was al laat en daardoor heeft geen koffie(kunnen,krijgen)kan gekegen.In de trein is hij op een rustige plaats (gaan,zitten)zitten gegaan.
请问这的moeten,willen,kunnen,zitten是不是要用过去式? |