1. goed –morgen—middag—avond—vannacht
2. maandag—dinsdag—weensdag—donderdag—vrydag—zaterdag--zondag 8 juni 2003
3. number: nul een(eerste) twee(de) drit(de) vier(de) vyf (de) zes(de) zeven(de) acht(de) negen(de) tien(de) (基数+en)+数字tig
4. number-th: elf twaalf dertien veertien vyftien zestien zeventien achtien negentien twintig
special: 70 tachtig
5. honderd duizend milyoen bilyoen
6. 月份:Jauuari,一月;Februari,二月;Maart,三月;April,四月;Mei,五月;Juni,六月;Juli,七月;Augustus,八月;September,九月;October,十月;November,十一月;December,十二月。
7. 四季:lente, Vocrjaar,春天;zomer,夏天;herfst, najaar,秋天;winter冬天。
8. 时间:uur, ure, setende,小时;dag,天;week,星期;maand,月;jaar, jaartal年。
9. i = ik, you=je(jy), we=u , he =hy(hij) she=zy(ij), it =het, we =wy(ij) you =zy(ij)
10. ik ben, jij bent/bend, hij is , zij is, het is(单数主+be) + neit(not)
11. we=wij, you=jullie, they=zij
12. wij zijn,yij zijn, zij zijn(复数主+be)
13. ik heb,jij hebt,hij heeft,wij hebben( 荷兰语有四种人称:单数第一,单数第二,单数第三,复数人称 规律动词变化:stem—stemt—stemt—stemen/stemmen{规律是单一的辅音字母结尾,之前是单一的元音则为stemmen})
14. hij gokt niet.=he doesnot gamble. 荷兰语可以直接否定,不用助动词。
Lesson 1 to 2 vocabularies:
Dik a. =big bulky, fat /dik/
Dom a. =dumb /dəum/
Lief a. =sweet, nice , beloved, dear /li:f/
Vet a. = fat /fet/
Vies a. =dirty /fi:s/
Ziek a. =sick /zi:k/
Arm a. =poor, n. = arm /a:m/
Dum a.= thin /dAm/
Gek a. = crazy, mad, n. = madman /gek/
Gelk n . = money /gelk/
Gok v.n.= gamble (gok gokt gokken) /gek/
Groot a. = big /gləut/
Klein a . =small /klin/
Werk v. = work (werk werkt werken) /vey ək/
Les(lesson)3:dialogen
1. op( on) een camping
Marijke:dag , ik ben Marijke.
Lieve: hallo,ik ben Lieve.
Marijke:Lieve?Dat klinkt(sound) nogeal(rather) Belgisch(belgish);kom(are) je uit(from) belgieshi?
Lieve: ja,dat klopt(that right).ik bent Belgische.
Marijke:en waar kom je vandaan(where are you from)?
Lieve:ik ben geboren(born) in een dorpje(village) vlakbij(near) Gent,maar(but) ik woon(live) nu(now) in Antwerpen.En(and) waae kom jij vandaan?
Marijke: Uit Amsterdam.
对话见附件(传不了呀) |