一、 句子
句子分为三大类：简单句、并列句、复合句。
我们今天先讲简句。
1． 句子都是以大写字母开始，以句号结束（注意荷兰语中的句号就是一点punt）。
1) Ik woon nu in Nederland.
2) Deze straat heet Weverstraat.
3) Wij gebruiken dit grammaticaboek.
这些都是句子。这些句子都是以大写字母开始，句号结束。
2． 主语（het subject）
4) Eric lacht.
5) De stoel valt.
6) Sarah zingt.
7) Hij doet aan sport.
8) De les begint om negen uur.
9) De boeken liggen op tafel.
在这里你也能看到这些句子是以大写字母开始，以句号结束。
另外，每个句子有一个动词(het verbum)：lacht, valt, zingt, doet, begint, liggen, 动词提供的信息是‘发生什么事情’。
每个句子有一个主语：Eric, De stoel, Sarah, Hij, De les, De boeken. 主语是动作的发出者。
3． 动词 （het verbum）
10) Abdel kan goed dansen.
11) Els zit steeds te praten.
12) Tim moet heel hard werken.
13) In deze cursus moeten de studenten heel hard werken.
有时候在一句中会有多个动词:
kan – dansen
zit – praten
moet – werken
moeten – werken
‘kan’, ‘zit’, ‘moet’, ‘moeten’ 叫作 ‘persoonsvorm’. persoonsvorm是随主语变化的动词。当主语的人称和数变化的时候，persoonsvorm也变化。比如上面的Tim moet, de studenten moeten.
主语的位置是直接位于persoonsvorm的前面或者后面。
‘Dansen’, ‘praten’ en ‘werken’ 叫作不定式(infinitieven/动词原形)。动词不定式呢就是你在查字典的时候，在字典中看到的动词形式。如果主语变化的时候，persoonsvorm是随着主语变化的，而不定式不变。它们保持原来的形式。在荷兰语中，不定式一般位于句末。
14) Thomas wil vandaag niet blijven eten.
15) Els zal Tessa vrijdag opbellen.
注意：在每个句子中有且只有一个persoonsvorm，但是可以有多个不定式；persoonsvorm是动词的一种形式，所以记住persoonsvorm不是指人。
4． 宾语 （het object）
16) Sarah maakt haar huiswerk.
17) Tim ziet iets.
18) Eric kent veel mensen.
19) Els wil een brief schrijven.
20) De les begint.
21) De les begint om tien uur.
对于有些句子来说，在只有主语的情况下还不足以组成一个完整的句子。比如说Sarah maakt并不是一个完整的句子，因为你并不知道Sarah做了什么，要使句子完整并可以让人理解的话，你需要更多的信息：Sarah maakt haar huiswerk. ‘haar huiswerk’ 是宾语.很多动词需要一个宾语来构成完成的句子，这样的动词叫作‘及物动词’
|
登录
