APK 的单子&自己可以做的check point (可以省钱哦) 荷兰文请coca-cola翻译成中文,我中文太差了.
ALGEMEEN
|
| ONDERDEEL
| ZOEKWOORDEN
| CRITERIA
| 1
| Algemeen
| Kentekenbewijs; kentekenregister
| De personenauto moet overeenstemmen met de gegevens op het kentekenbewijs en in het kentekenregister.
| 2
| Algemeen
| Chassisnummer, identificatienummer
| De personenauto moet een op een vast onderdeel van het voertuig ingeslagen identificatienummer hebben (ook wel het ‘chassisnummer’).
| 3
| Algemeen
| Kenteken,kentekenplaat, keurmerk, unieke code
| De personenauto moet goed bevestigde, leesbare en niet-afgedekte kentekenplaten met keurmerk en unieke code hebben.
| 4
| Bijzonderheden
| Bijzonderheden, aanpassingen aan de auto
| Eventuele bijzonderheden, zoals uitzonderingen en beperkingen, staan vermeld op het kentekenbewijs.
| 5
| Algemene bouwwijze
| Chassis, carosserie, roest, vervorming
| De dragende en versterkende delen van chassis en carrosserie van de personenauto mogen niet zijn gescheurd of gebroken. Zij moeten goed bevestigd zijn mogen niet ernstig geroest of vervormd zijn.
| 6
| Algemene bouwwijze
| Bovenbouw, onderbouw, bevestiging
| De bovenbouw van de personenauto moet goed zijn bevestigd aan het onderstel.
| 7
| Afmetingen & massa’s
| Kentekenbewijs, kentekenregister, massa, maximummassa’s
| De op het kentekenbewijs en in het kentekenregister gegeven toegestane maximummassa’s van de personenauto mogen niet worden overschreden.
|
MOTOR
| 8.
| Algemeen
| Brandstof, brandstofsysteem, lek, lekken, tankdop, brandstoftank, motor
| De onderdelen van het brandstofsysteem van de personenauto moeten deugdelijk zijn bevestigd. Het gehele systeem mag niet lekken. Een passende tankdop is vereist. De bevestiging van de motor en van de brandstoftank mag niet ernstig zijn geroest.
| 9.
| LPG Installaite
| LPG tank, deuk, deuken, motorruimte, plaatsing, buitenvulinstallatie, aansluiting, gasslangen, leidingen, wapening, wapeningsmateriaal
| De LPG-tank in de personenauto moet permanent zijn geïnstalleerd, mag niet zijn gedeukt en niet in de motorruimte zijn geplaatst.
De installatie mag uitsluitend dienen voor de motor van de personenauto. Het aansluiten van bijvoorbeeld een kooktoestel oid is niet toegestaan.
Indien de personenauto na 30 september 1978 in gebruik is genomen, moet er een buitenvulinstallatie aanwezig zijn.
De leidingen mogen geen knikken vertonen. Het wapeningsmateriaal van gasslangen mag niet zichtbaar zijn. Gasslangen met metalen wapeningsmateriaal aan de buitenzijde moeten onbeschadigd zijn.
| 10.
| Milieu-eisen
| Emissiebestrijdingssysteem, katalysator, lambdasonder
| Een katalysator en lambdasonde moeten goed functioneren.
| 11.
| Milieu-eisen
| Uitlaat, uitlaten, uitlaatsysteem
| Het uitlaatsysteem mag niet lekken.
| 12.
| Milieu-eisen
| Geluid
| De personenauto mag geen overmatig geluid produceren.
| 13.
| Accu
| Accu, bedrading, isolatie
| De accu moet goed zijn bevestigd. De bedrading door de hele personenauto moet goed zijn geïsoleerd.
| 14.
| Motorsteunen
| Motor, motorsteunen, bevestiging, beschadiging, rubbers, doorgescheurd
| De motorsteunen moet goed zijn bevestigd en mogen geen ernstige beschadigingen hebben. De rubbers in de motorsteunen mogen niet zijn doorgescheurd.
|
KRACHTOVERBRENGING
| 15.
| Algemeen
| Aandrijving, bevestigd, bevestiging, roest, stofhoezen, afdichting
| De onderdelen van de aandrijving moeten deugdelijk zijn bevestigd. De bevestigingen van de aandrijving mogen niet ernstig zijn geroest. Stofhoezen mogen niet zodanig zijn beschadigd dat zij niet meer afdichten.
| 16.
| Snelheidsmeter
| Snelheidsmeter, verlichting, dashboard
| Personenauto’s van na 30 juni 1967 moeten een, ook bij nacht goed afleesbare, snelheidsmeter hebben.
|
ASSEN
| 17.
| Algemeen
| As, assen, breuken, scheuren, fuseepennen, fuseekogels, draaipunten, stofhoezen, afdichten, afdichting
| De assen van de personenauto moeten deugdelijk zijn bevestigd en mogen niet ernstig zijn geroest. Bovendien mogen de assen geen breuken, scheuren of ernstige vervormingen hebben. Fuseepennen, -kogels en overige draaipunten moeten deugdelijk zijn bevestigd en niet teveel speling hebben. Stofhoezen mogen niet zodanig zijn beschadigd dat zij niet meer afdichten.
| 18.
| Wiellagers
| Lagers, speling
| De lagers mogen niet te veel speling vertonen. Slijtage en/of beschadiging mag niet hoor- of voelbaar zijn.
| 19.
| Wielbasis
| Wielbasis, afwijken, afwijking, kentekenbewijs
| De wielbasis van de personenauto mag niet meer afwijken dan 1% van de waarde zoals vermeld op het kentekenbewijs of in het kentekenregister.
| 20.
| Wielen
| Wielen, bouten, moeren, scheuren
| De wielen moeten met alle bouten of moeren zijn bevestigd en mogen niet zijn gescheurd of ernstig zijn vervormd.
|
OPHANGING
| 21.
| Algemeen
| Schokdempers, veren, vering
| De bevestiging van de schokdempers en de veren mogen niet ernstig zijn geroest.
| 22.
| Banden
| Banden, karkas, profiel, profieldiepte, radiaalbanden, diagonaalbanden, spijkerbanden
| De banden van de personenauto moeten voldoen aan een aantal eisen, waarvan de onderstaande eisen de belangrijkste zijn:
§
Er mogen geen beschadigingen tot op het karkas en uitstulpingen voorkomen;
§
De profieldiepte moet minimaal 1,6 mm zijn;
§
Banden mogen niet worden opgesneden;
§
Op een as mag geen combinatie van radiaal- en diagonaalband voorkomen;
§
Spijkerbanden zijn niet toegestaan.
| 23.
| Veersysteem
| Vering, veersysteem, veren, schokdempers
| Het veersysteem van de personenauto moet goed werken. De onderdelen mogen geen breuken of scheuren vertonen. Een personenauto moet deugdelijk bevestigde en goed werkende schikdempers hebben.
|
STUUR-INRICHTING
| 24.
| Algemeen
| Stuur, stuurwiel, besturing, stofhoezen
| Onderdelen voor de overbrenging van de stuurbeweging moeten deugdelijk zijn bevestigd. Ze mogen geen breuken of scheuren hebben. De bevestigingen mogen niet ernstig zijn geroest. Stofhoezen mogen niet zodanig zijn beschadigd dat zij niet meer afdichten.
| 25.
| Stuurwiel
| Stuur, stuurwiel, besturing, sturen
| De bestuurde wielen moeten goed reageren op de draaiing van het stuurwiel.
|
REM-INRICHTING
| 26.
| Algemeen
| Rem, reminrichting, lekkage
| Onderdelen van de reminrichting moeten deugdelijk zijn bevestigd. Ze mogen geen breuken of scheuren hebben. De bevestigingen mogen niet ernstig zijn geroest. De onderdelen mogen geen in- en/of uitwendige lekkage vertonen en moeten de noodzakelijke bewegingsvrijheid hebben.
| 27.
| Algemeen
| Rem, rembekrachtiging, remkrachtregelaar
| De rembekrachtiger en remkrachtregelaar moeten goed werken.
| 28.
| Pedaal
| Rempedaal, pedaal, pedaaloppervlak
| Het rempedaaloppervlak moet stroef zijn.
| 29.
| Remslangen
| Rem, remslangen, wapening, wapeningsmateriaal
| De remslangen mogen niet langs andere voertuigdelen schuren en niet zodanig zijn beschadigd dat het wapeningsmateriaal te zien is.
| 30.
| Trommelrem en Schijfrem
| Rem, remmen, remschijf, remvoering, remtrommel
| Bij een wiel met trommelrem mag in onberemde toestand de rem van de personenauto niet slepen. Bij een schijfrem mag deze enigszins slepen. De dragers of bevestigingen van de remvoering mogen de remtrommel of –schijf niet raken. De remschijf mag niet over meer dan 50% van de breedte van het remblok zijn geroest.
| 31.
| Remcilinders
| Rem, remmen, remcilinders, stofhoezen
| De remcilinders van de personenauto moeten stofhoezen hebben die niet ernstig zijn beschadigd.
| 32.
| Anti-Blokkeersysteem
| ABS, anti-blokkeersysteem
| Het anti-blokkeersysteem moet goed werken en een deugdelijk functionerende waatschuwingsinrichting hebben.
| 33.
| Remvloeistof
| Rem, remmen, remvloeistof, reservoir
| Het reservoir van het remsysteem moet voldoende remvloeistof bevatten.
|
CARROSSERIE
| 34.
| Algemeen
| Deur, portier, motorkap, achterklep, kofferdeksel, stoelen, zitting, gordels, autogordels
| De bevestiging van:
§
de deuren;
§
de motorkap;
§
de kofferdeksel;
§
de zitplaatsen;
§
de autogordels;
mogen niet ernstig zijn geroest
| 35.
| Deuren, motorkap, kofferdeksel
| Slot, sloten, sluiting, deuren, motorkap, portier, kofferdeksel, achterklep
| De deuren van de personenauto moeten goed sluiten en op normale wijze vanaf de binnen- en buitenzijde te openen zijn. Slot en scharnieren van de motorkap en kofferdeksel moeten een goede sluiting waarborgen.
| 36.
| Ruiten
| Autoruiten, ruiten, ramen, voorruit, scheuren, steenslag, krassen, folie, verduisteringsfolie
| De ruiten van de personenauto mogen niet:
§
ernstig zijn verkleurd of beschadigd;
§
voorzien zijn van stickers en dergelijke die het uitzicht van de bestuurder belemmeren.
Uitzichtsbelemmerende folie is niet toegestaan.
In de voorruit is het volgende toegestaan:
§
Enkelvoudige scheuren, ongeacht de lengte,
§
Oppervlakkige krassen tot en met 5 mm breed,
§
Beschadigingen of verkleuringen die binnen een cirkel met een diameter van maximaal 20 mm, in het directe gezichtsveld, vallen. Daarbuiten is dit 50 mm.
| 37.
| Ruitenwisser-installatie
| Ruitenwisser
| Een goedwerkende ruitenwisserinstallatie is verplicht.
| 38.
| Ruitensproeier-, ontdooiings- en ontwasemings-installatie
| Ruitensproeier, ruitenwisservloeistof, ontwaseming
| Personenauto’s van na 30 september 1971 moeten een goed ruitensproeierinstallatie en een ontdooiings- en ontwasemingsinstallatie hebben.
| 39.
| Spiegels
| Spiegel, spiegels, binnenspiegel, glas, gebroken, buitenspiegel
| Personenauto’s moeten een linkerbuitenspiegel en een binnenspiegel hebben. Als het achtergelegen wegdek via de binnenspiegel niet goed kan worden overzien is ook een rechterspiegel verplicht. De buitenspiegel aan de bestuurderskant moet van binnenuit kunnen worden versteld. Bij personenauto’s van voor 1 januari 1975 moet de buitenspiegel na een duw in de oorspronkelijke stand terugklappen. Altijd geldt dat de spiegels goed moeten zijn bevestigd en het spiegelglas niet mag zijn gebroken of verweerd.
| 40.
| Zitplaatsen
| Stoelen, zitplaats, rugleuning, voorstoel, achterbank
| De zitplaatsen moeten deugdelijk zijn bevestigd. Bij personenauto’s van na 30 september 1971 moeten de volgende onderdelen kunnen worden vergrendeld:
§
Verschuifbare zitplaatsen
§
Verstelbare rugleuningen
§
De voorste, scharnierende zitplaatsen en rugleuningen.
| 41.
| Autogordels
| Autogordels, autogordel, verpicht, zitplaatsen, blokkering, oprolmechanisme
| Autogordels zijn verplicht voor:
§
Alle naar voren én achteren gerichte zitplaatsen bij personenauto’s die na 30 september 1999 in gebruik zijn genomen.
§
Alle naar voren gerichte zitplaatsen bij personenauto’s van na 31 december 1989 en van voor 1 oktober 1999
§
De aan de voorste portieren grenzende zitplaatsen bij personenauto’s van na 31 december 1970 maar van voor 1 januari 1990.
De autogordels moeten deugdelijk bevestigd zijn en een goed werkende sluiting, blokkering en oprolmechanisme hebben.
| 41.
| Afscherming
| Uitsteeksels, wielkast, banden, wielen
| De personenauto mag geen scherpe delen aan de buitenzijde hebben. De wielen/banden moeten goed zijn afgeschermd, mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming uitsteken en mogen niet aanlopen.
|
VERLICHTING
| 42.
| Algemeen
| Verlichting, koplamp, glas, glazen
| De lichten van de personenauto moeten goed werken. Verlichtingsarmaturen en onderdelen daarvan moeten deugdelijk zijn bevestigd. De glazen moeten in goede staat, niet bespoten, geverfd of bewerkt zijn. Retroreflectoren mogen geen gebreken hebben die de functie beïnvloeden
| 43.
| Mistachterlicht
| Mistlamp, mistlampen, mistlicht
| Een controlelampje moet de inschakeling van de mistachterlichten aangeven.
| 44.
| Achteruitrijlichten
| Achteruitrijlicht
| Deze lichten mogen alleen werken bij inschakeling van de achteruitrijversnelling.
| 45.
| Verblindende verlichting
| Verlichting, verblinding, verblinden
| Met uitzondering van groot licht mogen personenauto’s geen verblindende verlichting hebben.
|
|
|
|
|
AANHANGWAGEN-KOPPELING
| 46.
| Algemeen
| Trekhaak
| De trekhaak moet deugdelijk zijn bevestigd aan de auto en in goede staat verkeren
| 47.
| Koppelingskogel
| Trekhaak, kogel, sluiting, borging
| Bij een afneembare kogel moet de sluit- en borginrichting goed werken.
|
DIVERSEN
| 48.
| Claxon
| Toeter, claxon
| Personenauto’s moeten een goed werkende claxon hebben met één toonhoogte. Een geluidssignaalinrichting die andere weggebruikers erop attent maakt dat de achteruitversnelling van het voertuig is ingeschakeld en een geluidssignaal voor inbraakalarm, is niet verplicht maar wel toegestaan.
| 49.
| Wijziging(en) in de constructie
|
| Personenauto’s en aanhangers die één of meerdere van de hieronder genoemde wijzigingen in de constructie hebben ondergaan, moeten opnieuw worden goedgekeurd voordat zij weer mogen deelnemen aan het wegverkeer. Deze keuring dient te worden gedaan door de RDW, behalve indien het een LPG-inbouw betreft die door een erkend bedrijf is uitgevoerd.
Het betreft wijziging(en) van:
§
De carrosserie/inrichting;
§
De carrosserie voor gebruik door en vervoer van een gehandicapte;
§
De wielbasis;
§
De afstand tussen het hart van de koppeling en de achterzijde van een aanhangwagen;
§
De motor;
§
De motorbrandstof, onder andere LPG inbouw;
§
Het aantal assen;
§
De spoorbreedte (vergroting) bij personenauto’s;
§
Het remsysteem voor gebruik door een gehandicapte;
§
De stuurinrichting voor gebruik door een gehandicapte.
|
自己可以检查的地方
1.Controleer of de ruitensproeier het doet.
2.Controleer de claxon.
3.Hoe staat het met de banden?
4.Bandenprofiel: controleer profieldiepte 1,6 mm over
5.minimaal 75% van de breedte gemeten vanuit het midden van de band
7.Verlichting: controleer zelf of remlichten, groot en dimlicht het goed doen
8.Werken de gordels?
9.Zijn de ruitenwissers niet versleten?
10.Werken de rem en handrem nog voldoende?
11.s de uitlaat defect?
12.Kentekenplaatverlichting (twee lampjes ? beide moeten branden) |